Vorige week maandag werd in het huidige theater een visieontwerp voor het nieuwe theater aan de bewoners gepresenteerd. Zo moet er binnen enkele jaren een einde komen aan de jarenlange zoektocht naar de juiste plek voor een nieuwe theater.

Een aantal jaren geleden was het bijna gelukt, maar toen ging een damwand lekken en zette “ het zwembad” Middelburg nationaal op de kaart. De plannen voor het bouwen van een theater op de Zuidsingel gingen niet door.

De wethouder, wiens partij de stekker uit het project had getrokken, besliste daarop dat het dossier nu maar eens op korte termijn moest gesloten worden. Omdat miniatuur Walcheren was uitgekocht was die plek beschikbaar, dus

dat zou het worden. Daar zou het nieuwe theater verrijzen als “theater in een parkachtige omgeving” .

Toen ik van dit plan hoorde was mijn eerste gedachte, een groot theater op deze plaats betekent dus geen park, hoogstens wat struiken en een bankje of twee.

En ik was niet de enige die het plan niet zo zag zitten. Een grote groep bewoners van de binnenstad zag op die plek liever hun kinderen ravotten en verkoos een echt stadspark in plaats van een theater. En zo ontstond de vereniging Stadspark Molenwater.

Wat volgde was een steeds grimmiger wordende strijd tussen de vereniging en de wethouder, waarin beide partijen elkaar maar niet konden vinden.

Ook in de klankbordgroep die naar aanleiding van het plan was opgezet, liep niet alles van een leien dakje. Vele leden van die klankbordgroep waren bijzonder kritisch over de plannen. En dat was dan weer niet naar de zin van de wethouder. Klankbordgroepen worden immers niet geacht om echt fundamenteel na te denken over de plannen of die, wat nog erger is, in vraag te stellen. Ze dienen slecht als pseudodemocratische legitimatie van de voorgekookte soep. Ze zijn het klapvee dat in de marge nog enige franjes mag aanbrengen.

 

En daar stond dan de architect die zijn visie aan ons kwam voorleggen. We zagen een groot park waar in de verte een strak, wit modern gebouw ingebed in het groen zijn welverdiende plaats als cultuurtempel kwam innemen. Even waande ik me op de Veluwe en zag ik het Kröller-Müller voor me . Laat ons zeggen dat deze voorstelling niet helemaal “realistisch “ was. Maar de man straalde het enthousiasme uit van een kind dat net een ijsje heeft gekregen. Hij zou voor onze stad nu eens een echt prachtig gebouw neerzetten in een nog schitterender park.

En toen kwam weer die vervelende vereniging. Die had een eigen 3D animatie gemaakt van het gebouw waar je dan rond kon lopen op “ooghoogte”. Of ze dat ook even mochten laten zien. Ik kan je vertellen dat die animatie een heel ander kijk gaf op de ruimtelijke impact van het gebouw.

De architect werd boos. Hij had de buik vol van al die tegenwerkingen van die lastige burgers. En hoe wist hij nou dat die 3D voorstelling realistisch was en niet een “gekleurde voorstelling” van de feiten. Ik zou hem gelijk gegeven hebben ware het niet dat hijzelf de presentatie was begonnen met een “fantasietje” . Uiteindelijk mochten de aanwezigen de animatie bekijken. De aanwezige journalist van de PZC was er kritisch over. Dat hoort een journalist ook te zijn. Maar geen woord over het beeld dat de architect wilde ophangen. Dat was dan weer wat minder kritisch.

 

Na dit alles blijft bij mij de vraag waarom er door dit college zo hardnekkig aan dit plan wordt vastgehouden. Want een bestuur moet toch wel hele goede argumenten hebben om absoluut op deze plek een theater te willen bouwen, ook al is er zoveel weerstand van inwoners. En die argumenten heb ik tot op de dag van vandaag niet gehoord. Ik vraag me af of zulke houding het vertrouwen in de politiek ten goede komt.